Eert het kleine!

Laten we het bijzonder noemen: het Kaas Museum in Bodegraven heeft in alle stilte de deuren gesloten. Sorry, dat is niet helemaal waar: tot 1 september kunnen groepjes van minimaal vier bezoekers het museum aan de Markt op afspraak nog bezoeken. Wie dat wil, moet een mail sturen naar kaasmuseumbodegraven@outlook.com. Zou de gemiddelde toerist dat e-mailadres kunnen vinden? Eerst zien, dan geloven. Dit is opnieuw schone schijn.

De afgelopen 3 jaar is pakweg 450.000 euro geïnvesteerd, het museum werd bombastisch aangekondigd als topattractie om toeristen te lokken. Naar nu blijkt, is het geld weggegooid. Een deel van de collectie verhuist naar het Streekmuseum in Reeuwijk. En de rest? Goeie vraag, horen we nog. Leuk voor de vrijwilligers die jarenlang hun best hebben gedaan. 

3 jaar geleden heette het dat de historie met kaas toeristen massaal naar Bodegraven zou lokken, het Kaasmuseum op de zolder in het Evertshuis was niet representatief. Bodegraven en kaas, een match om van te dromen, dat moet je tonen. Bestuurders die zich destijds hard maakten ‘voor kaas’ zijn opgestapt, hun opvolgers maken andere keuzes. Misschien is kunst en cultuur een nieuwe vlag, benieuwd wat de binnenkort te presenteren gemeentelijke Cultuurvisie ons voorschotelt. 

Het Kaas Museum zou oorspronkelijk open blijven tot oktober. Maar ja, wie moet de deur openen nu de dame van het in het pand gevestigde VVV-kantoor een andere baan heeft gevonden? Of de sluiting van ‘toeristenlokker’ VVV definitief is, horen we nog. Het verhaal van ‘de Bodegraafse kaashandel’ krijgt een plek in het Reeuwijkse Streekmuseum. 

Wel weer geinig: het schijnt dat binnenkort het betonnen beeld van Kaaskoningin Lien pronkt op het plein voor het Evertshuis. Het kostte een maand of acht om de vergunning rond te krijgen, maar blijkbaar vormt ze niet langer een gevaar voor de omgeving. Lien, een eerbetoon aan de rol van vrouwen in de kaaswereld, houdt de band tussen Bodegraven en kaas in elk geval nog een beetje zichtbaar. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert, toch?

Henri Stolwijk